Beste allemaal,
Iedereen zal vrijdag 27 juli 2018 herinneren als de warmste dag
ooit. De hitte joeg me daarom ook s’avonds het huis uit. Ik besloot daarom richting het Ommedijkse Bos te vertrekken. Daar aangekomen was het rond 20.30 u nog 33 graden. Aangezien ik
geen puf had om het snikhete bos in te duiken beperkte ik de route tot het
weiland langs de oostkant van het bos. In de schaduw en hopelijk
genietend van de oostenwind. Dat genieten was er niet echt bij omdat het zelfs nu nog een
bloedhete wind was.
Ik liep tot aan de torenvalkenkast, benieuwd of de jongen
al waren uitgevlogen. Voordat ik op deze plek arriveerde hoorde ik uit de
polder een klagelijk, bedelend torenvalken geluid komen. De torenvalken waren uitgevlogen. Niet ver van het bos, langs de
wetering, zaten ze ieder op een hek en/of paal luid om eten te roepen. Zelfs de
kleinste van het nest was al uitgevlogen. Wat mij opviel was dat pa en ma de Torenvalken niet langs
gingen met voedsel. Ze vlogen een heel stuk verder naar een hek, onmiddellijk
gevolgd door de “chicks “ . Ze moesten er duidelijk wat voor doen.
Nadat ik dit tafereeltje een uurtje had bekeken liep ik om de
achterkant van het bos langs naar de westkant, waar inmiddels de zon was
verdwenen. Hier had ik in het late avondlicht een mooi uitzicht over dit
deel van het bos en het aangrenzende weiland. Op deze plek is het altijd hopen op een “ wildbeleving aan de
rand van Leiden. “ De tijd vorderde, de hoeveelheid licht nam af, de luiheid bij
mij nam toe en het bleef heet. Het gevolg was dat ik steeds verder
onderuitzakte en dat het met een rugzak als kussen eigenlijk best wel lekker
lag op dit gortdroge grasmatras.
Na een half uur schoot ik plotseling wakker. Niet van de kou of
het vocht , maar wel van de muggen. Het was inmiddels 22.15 u en toen ik weer rechtop zat sprongen
er , bijna in de duisternis, 4 reeën uit het bos. De hindes als eerste
gevolgd door een hitsige bok die ze stuk voor stuk opjoeg. Opvallend was dat er een klein exemplaar tussen liep. Dit
zou wel eens een kalf van afgelopen jaar kunnen zijn. Stil juichend van deze wildervarig bleek het feest nog niet over. Terwijl de reeën grazend in het weiland stonden, kwam er een vos
tevoorschijn die al struinend de rand van het bos verkende. Een meter of 30 voor mij nam hij keurig de plank over de sloot
naar het oude bos. Na 5 minuten ging hij ook weer keurig aan de andere kant via
de plank de polder in. Dit is al de 3e keer dat ik dit waarneem. Wat was het
doel van deze vos ?
Al met al was dit een avond met één grote wildbeleving aan de
rand van Leiden.
Groet,
Johan