Hulp gevraagd voor de WAN , want……
De WAN is een werkgroep waar over het algemeen weinig
berichten van verschijnen. Behalve als één van de werkterreinen van de
werkgroep, het Ommedijkse Bos, binnen de komende jaren van uiterlijk gaat
veranderen. Dit heeft allemaal te maken met de Essentaksterfte.
Deze ziekte, veroorzaakt door een schimmel, is de afgelopen
jaren letterlijk aan komen waaien vanuit Rusland en Oost Europa. In deze
gebieden had de ziekte inmiddels al complete dode Essenopstanden tot gevolg. In
eerste instantie dacht men hier dat het wel mee zou vallen. Men kwam er echter
snel achter dat dit helaas niet het geval was. Al snel kwamen er overal uit
Nederland meldingen van Essen die slecht in blad stonden of compleet kaal waren.
Dit was vooral het geval in Groningen, Flevoland en in onze omgeving. Er werd al snel aangeraden om geen enkel onderhoud meer te
plegen aan Essen. De ziekte verspreidt
zich nml. bij oud hout minder snel als
bij jong hout. Het gevolg was dat onder de vrijwilligers van de WAN de vraag
rees: hoe gaan we nu verder. In eerste instantie hebben we een aantal jaren niets gedaan in het Ommedijkse Bos. Maar was
dit wel de oplossing?
Mijn mening is dat niets doen niet de oplossing is, zeker niet in een
Hakhoutbos, waarbij we altijd een beheer nastreven met een grote gevarieerdheid
in leeftijd doordat we iedere winter een perceel verjongen. Deze variatie
zouden we door niets te doen kwijt raken. Bovendien zou dit het einde van onze werkgroep kunnen betekenen omdat ons
werk voor 95 % uit Essenhakhout bestaat.
Na een aantal jaren landelijk
onderzoek kwamen er ook andere opvattingen omtrent de bestrijding van de
ziekte. Waarom wordt er vast gehouden aan het eeuwen oude Essenhakhout. Omdat het, zeker in
deze streek, een cultuur historisch element is?
Waarom stappen we in de Hakhoutbossen en de Geriefhoutbosjes niet af van
de eenzijdige Essenbeplanting? Een Hakhoutbos met Hazelaar, Spaanse Aak,
Inheemse Vogelkers , Lijsterbes en
enkele Essen is prima mogelijk met het zelfde beheer, heeft waarschijnlijk een grotere natuurwaarde en is minder vatbaar
voor ziektes.
Hierbij kom ik dan eindelijk tot de
kern van het verhaal.
De WAN is sinds vorig jaar begonnen
met het aanbrengen van andere
boomsoorten. Dit is deels door aanschaf van bovengenoemde soorten, maar ook
soorten zoals Els en Wilg kwamen weinig voor en zijn zich nu meer gaan
uitzaaien. Zo hebben we in eerste instantie een groot aantal
Elzenzaailingen over het bos uitgeplant.
Deze worden over 10 jaar weer meegenomen in het Hakhoutbeheer.
Met dit omvormingsbeheer willen we
de komende jaren door gaan, incl. het herstellen van de ijsvogelwand e.d.
Er staan op dit moment een groot
aan cursisten van de Natuurgidsencursus te trappelen om straks actief te
worden. Dat is een uitdaging en verandering in hun leven. Voor het beheer van de WAN geldt hetzelfde .
Er waait al af en toe een frisse
wind door het Ommedijkse Bos. Deze wind moet echter veel frisser worden. Werk met ons mee en denk met ons
mee !
Johan Kieft.
Johan Kieft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten