
Vandaag, 22 april 2017, bestaat het brandnetelteam uit Chris
en Piet. Om een indruk te krijgen wat ons te wachten staat, besluit het team ,,unaniem,,
om te beginnen met een ronde door het bos.
Het eerste wat opvalt is de bloesem van de fruitboompjes bij de
lunchplek. Hier en daar wel wat aangetast door de nachtvorst, maar het blijft
een mooi plaatje. We slaan rechtsaf en wandelen langs de eenzame appelboom. Ook
deze staat te pronken. ,,Maar”, zegt Chris ,,Om dat pronken erin te houden, zal
deze komend seizoen toch onder het (snoei)mes moeten”!

We verlaten het gebaande pad ( wat trouwens goed zichtbaar
is) en stappen de ,,wildernis,, in. De brandnetels staan niet hoger dan zo’n 30
cm. Ook het kleefkruid is erg laag. De eerste van de nieuwe aanplant geeft ons
een ongerust gevoel. Het groen is verdord en onderin is het stammetje over een
lengte van 20-30 cm rondom kaalgevreten en/of geschuurd. Naarmate we verder
lopen zien we er steeds meer. Het lijkt erop dat de herten toch wat kieskeurig
zijn, want van diverse soorten is de bast niet aangetast en steekt het frisse
lichtgroene blad scherp af tegen de achtergrond. Over het algemeen staat hier
de jonge aanplant er goed bij.
We lopen langs
de oude meidoornopslag. Ook hier hoeven we nog niets weg te halen: vrij lage
groei van onkruid. En over grond gesproken : hier en daar laten de ,,scheuren,,
zien dat er afgelopen maanden te weinig regen is gevallen: de grond is keihard.
De meeste essen staan er in het bos niet goed bij: witbruin gekleurde verdorde takken,
verdroogd blad, veel jonge takken geknakt, óók vraat/ schuur schade van herten,
wat naderhand door de jager bevestigd wordt: hij heeft en reebok zien staan
,,schuren,, tegen een stam. Aan de noordoost kant hebben de geplante boompjes
het naar hun zin: vraatsporen kunnen we niet zien omdat de brandnetels hier een
halve tot driekwart meter hoog staan, maar aan het mooie blad en de knopvorming
te zien hebben de herten hier nog niet gedineerd.

De terugweg naar de koffiestop lopen we langs de uitgediepte
kreek. Sommige, wat minder diepe delen staan droog en in andere stukken staan de -wel wat woekerende- gele lis en de lisdodde al een half tot één meter boven water. Deze helofyten
zorgen mede voor een gezonde watergang. De kikkers springen her en der voor ons
uit en op veel plaatsen zien we de sporen van de hertenpaden.
Na de koffie beginnen we aan onze klus aan de linkerkant van
de kreek. Het is geen zwaar werk, de brandnetels, het kleefkruid en de klimop
zijn net in de opstartfase. Ook het zuidwestelijke deel van het bos heeft wat
verrassingen in petto. De paardenkastanje, waarvan we dachten dat deze te
enthousiast was gesnoeid, laat toch tekenen van leven zien en even verderop,
bij de doorgang van de kreek, staan een bos bessen……. (haha , wij dachten
aalbessen).

In het gedeelte wat we afgelopen winter hebben gesnoeid, is
goed zichtbaar dat we, naast de gekochte aanplant, ook els uit ,,eigen kweek,,
hebben aangeplant: ongelofelijk zoveel elzenblad we zien opduiken over het hele
gebied. (Dus ook veel Elzenhaantjes.)
Langzaam maar zeker komt het oude bos dichterbij en dat is
maar goed ook, want het begint te regenen. Even later besluiten we dan ook om
te stoppen en de lunch rond half twee te doen op het bankje aan de voorzijde van
de boerderij uit de wind.
Wat is er een ontzettende hoop te zien (en te horen!) die
paar uurtjes in het bos.
De volgende brand netelige sessie is 27 mei !
Groet van het brandnetelteam,
Chris en Piet.